DHARAMSHALA – Tenzin Gyatso, de Dalai Lama of de spirituele leider van het Tibetaans boeddhisme en de veertiende reïncarnatie van Siddharta Gautama (de Boeddha, nvdr.), heeft besloten zijn politiek mandaat als leider van de Tibetaanse regering in ballingschap neer te leggen. De Dalai Lama is naar eigen zeggen ontgoocheld over de weinige resultaten die hij als regeringsleider heeft kunnen boeken.
– door Jan-Pieter De Leugheneire –
Gyatso ontvluchtte in 1959 zijn geboorteland tijdens de zogenaamde Tibetaanse diaspora, nadat het bezet werd door troepen van de aangrenzende Volksrepubliek China. Sindsdien stond hij aan het hoofd van een regering in ballingschap, die onder andere tot doel had om Tibet te bevrijden van het Chinese juk. Een ambitie die de Dalai Lama dus niet heeft kunnen waarmaken.
“Let’s face it”, communiceerde een verbitterde Gyatso tijdens een druk bijgewoonde persconferentie, “mijn politieke lijn van geweldloos verzet heeft hopeloos gefaald. China zwaait na 52 jaar nog steeds de plak in ons honorabel geboorteland, en wij zitten nog altijd droge rijst te eten in onze tijdelijke barakken in Dharamshala. Ik bedoel, een Nobelprijs voor de Vrede, allemaal goed en wel, maar wat levert dat uiteindelijk op? Het respect van Bono, ofzo? Awel, daar is mijn volk vet mee. Het wordt tijd voor een beetje meer daadkracht.” Volgens de Dalai Lama moet een vrij verkozen politieke leider die daadkracht brengen.
Janettenreligie
“En die Richard Gere mag ook eens met wat meer dan ‘sympathie voor onze zaak’ over de brug komen”, vervolgde een bijzonder ontgoochelde Gyatso. “Eigenlijk heb ik het gehad met heel dat Boeddhisme. Een janettenreligie, uiteindelijk. Verlangen leidt tot pijn, om pijn te vermijden moet je het verlangen uitschakelen… dikke zever. Ik verlang naar een vrij Tibet, punt. Ik heb een leven lang geprobeerd om mij dat niet te veel aan te trekken, en het heeft ons nergens gebracht. Fuck heel die hemelse vrede. Het leven is een strijd.”
De Dalai Lama blijft dan ook bijzonder strijdbaar. “Ik had moeten weten dat het met die duizenden hippies niks ging worden. ‘Make love, not war’, zeiden die onnozelaars, maar kijk waar het ons gebracht heeft tegen Chinese tanks en artillerie, godverdomme.” De Wandelaar Op Het Drievoudig Pad Naar De Hemelse Vrede voegde er omineus aan toe dat een politieke opvolger niet gebonden is aan het Boeddhistische voorschrift van geweldloosheid.
Intussen heeft China al laten weten klaar te zijn voor een eventuele Tibetaanse revolte. Yang Jiechi, minister van Buitenlandse Zaken, verspreidde in de nasleep van het aftreden van de Dalai Lama het volgend perscommuniqué: “De glorieuze Volksrepubliek China heeft in de loop van de geschiedenis al uitvoerig bewezen geweldloos verzet probleemloos de baas te kunnen. Die Tibetaanse zacht gekookte eitjes in hun onnozele gewaden kunnen we ook wel aan. Zelfs als ze zich wapenen met een stok met een nagel erdoor ofzo. Oranje is een bijzonder slechte schutkleur.”
