Kasteelheer Stijn vermoord in biljartkamer, met Engelse sleutel

WINGENE – Forensische experts van het parket van Brugge zijn er in geslaagd het moordwapen te identificeren waarmee kasteelheer Stijn Saelens werd omgebracht. Ook omtrent de locus delicti zijn er nieuwe aanwijzingen. De doorbraken kunnen leiden tot de ontmaskering van de dader.

Plattegrond van kasteel . De moord vond plaats in de biljartkamer linksonder.
Plattegrond van kasteel . De moord vond plaats in de biljartkamer linksonder.

Een vermiste kasteelheer, een grote plas bloed in de inkomhal, een kogelhuls en zes verdachten (kolonel van Geelen, professor Pimpel, dominee Groenewoud, mevrouw Blaauw van Draet, Rosa Roodhart en mevrouw de Wit, nvdr.). Dat zijn de gegevens waarmee de forensische experts van het parket van Brugge aan de slag moeten om de moord te reconstrueren. “Geen makkelijke klus”, vindt bloedspattenanaliste Morgane Sinisteren, die het forensische team leidt. “Door al dat bloed kan het voor de leek lijken of de moord in de hal heeft plaatsgevonden. Maar het slachtoffer kan natuurlijk ook naar daar zijn gesleept vanuit een van de belendende vertrekken zoals de keuken, de balzaal, de serre, de eetkamer, de kelder, de biljartkamer, de bibliotheek, de zitkamer of de studeerkamer.”

Na elk vertrek grondig te hebben uitgekamd, kwam Sinisteren tot de conclusie dat Saelens in de biljartkamer is vermoord. “Enkele bloedspatten op de muur tonen aan dat meneer Saelens hier een fatale klap op het hoofd heeft gekregen. Door de vondst van die kogelhuls ben je natuurlijk geneigd te denken dat de moord met een pistool is gepleegd, maar daar mag je niet zomaar voetstoots van uitgaan. In het kasteel bevinden zich nog wel andere voorwerpen waarmee je iemand om het leven kan brengen, zoals de massieve kandelaar in de hal, de loden pijp in de bibliotheek, of de collectie dolken in het studeervertrek. Mijn team heeft die echter onderzocht en geen sporen van geweld gevonden. In de serre bleek echter een Engelse sleutel verdwenen te zijn, wist de tuinier. Analyse van het bloedspattenpatroon wijzen uit dat dat het moordwapen moet zijn.”

Butler

De doorbraken kunnen het onderzoek in een stroomversnelling brengen. “In dit soort zaken moet je je steeds drie vragen stellen”, doceert onderzoeksrechter Dirk Rooftmoort. “Wie heeft het gedaan, in welke kamer, en met welk wapen? Dat de laatste twee vragen nu zijn opgelost, brengt ons een grote stap dichter bij de ontmaskering van de dader. Ik heb de hoofdverdachten kolonel van Geelen, professor Pimpel, dominee Groenewoud, mevrouw Blaauw van Draet, Rosa Roodhart en mevrouw de Wit samengebracht op de locus delicti en hen een voor een geconfronteerd met de nieuwe informatie. In een korte round-up van het hele verhaal heb ik langzaam hun mogelijke motieven voor de moord overlopen, alvorens te besluiten dat ze allemaal een sluitend alibi hadden. Daarom hebben we intussen besloten om de butler preventief in voorhechtenis te nemen. Die heeft het in dit soort zaken statistisch gezien immers het vaakst gedaan.

Laat een reactie achter