BRUSSEL – Door de wereldwijde economische crisis en de aanhoudende problemen in het Midden-Oosten is de prijs van een van ruwe olie nooit zo hoog geweest als nu. Steeds meer mensen kunnen het zich niet langer veroorloven om met de auto te rijden, en schakelen noodgedwongen over op het vervoer te paard.
Nog een beetje onwennig schuifelt Peter (34) heen en weer op het zadel van Sultan, een gezonde boerenhengst. Voortaan staat Sultan in Peters garage, in plaats van zijn aftandse Ford Focus. Die heeft Peter vorige week verkocht, nadat alweer een prijsverhoging van de brandstoffen het autorijden voor de meeste mensen onmogelijk heeft gemaakt. “Het zal nog even wennen zijn, vooral bij slecht weer”, vreest de jonge ruiter. “Maar zoals het er nu voorstaat, is een paard de enige betaalbare oplossing. Als dit zo blijft duren, kunnen binnenkort enkel Karel De Gucht en Bert De Graeve zich nog een auto permitteren”
Ook Miranda (40) en haar man Bart (43) hebben hun al te gulzig diesel slurpende Land Rover van de hand gedaan, ten voordele van de speelse merrie Lucky Flash. “Uiteindelijk is zo’n beest nog een milieuvriendelijk transportmiddel”, probeert Bart de situatie nog wat kleur te geven. “En goedkoop!”, treedt Miranda hem bij. “Terwijl we vroeger met de wagen om de haverklap naar de garagist moesten, kunnen we die haverklap nu gewoon gebruiken om ons paard mee te voeden. En van één keer per jaar groot onderhoud en nieuwe hoeven gaan we ook niet armer worden.”
Stapvoets verkeer
Hajo Beeckman van het Vlaams Verkeerscentrum voorspelt geen noemenswaardige problemen door de gestage toename van paarden en karren op onze wegen. “In de ochtend- en avondspits is de situatie sowieso toch al naar de kloten”, legt de verkeersdeskundige uit. “Daar krijg je hoe dan ook te maken met urenlang stapvoets verkeer, of je nu met een auto, een fiets, of een Brabants trekpaard op pad bent. Eenmaal de file is opgelost, zal het dan des te meer deugd doen om in de open lucht in volle galop de horizon tegemoet te karren, mijmerend over hoe het toch in godsnaam ooit zover is kunnen komen met de wereld”.