Helft Vlamingen houdt niet van andere Vlamingen

STEKENE, OPLINTER, SMEEREBBE-VLOERZEGEM e.a. – Bijna de helft van de Vlamingen wil liever geen andere Vlamingen in de buurt. Dat is een van de bevindingen uit de zogenaamde Samenlevingsbarometer, waarvan de onderzoeksresultaten vandaag werden voorgesteld.

Gevraagd naar de ideale samenstelling van een wijk of buurt, antwoordde 45 procent van de respondenten “liever op zijn gemak te zitten, ver van grote invalswegen, in een villawijk op het platteland, met de rolluiken toe”, of desnoods, bij ontstentenis van rolluiken, “achter witte gordijnen zonder mogelijkheid van inkijk”. 93 procent van de geënquêteerden gaf aan “de tuin te willen afschermen van nieuwsgierige blikken van de buren”, met “daartoe gesnoeide sparren, smeedijzeren hekken of betonnen palen, bekleed met kippengaas.”

Meer dan de helft van de Vlamingen (51%) heeft zelden tot nooit contact met andere Vlamingen in zijn of haar buurt, en “wil dat liever ook zo houden”. Drie op de tien Vlamingen geven wel aan minstens één keer per maand een praatje te maken met andere Vlamingen, maar zou dat liever beperken tot één keer per twee maanden.

Pendelaars

Uit de studie bleek ook dat de Vlaming zich het minst op zijn gemak voelt tijdens het woonwerkverkeer, wanneer de kans op interactie met andere Vlamingen het grootst is. Vooral pendelaars ervaren de erg nabije aanwezigheid van tientallen andere Vlamingen, waarvan niet weinigen hen in het gelaat ademen op de trein, als ongemeen storend. Een aanzienlijk aantal overweegt dan ook om met de wagen naar het werk te gaan, of gewoon te stoppen met werken, omdat ook daar de afwezigheid van andere Vlamingen vaak niet gegarandeerd kan worden.

Gepolst naar hun attitude tegenover Vlamingen, zegt 40 procent dat “andere Vlamingen een bedreiging zijn voor onze cultuur en gebruiken”. De Vlaming stoort zich bij andere Vlamingen het meest aan het feit dat Vlamingen niet zo van andere Vlamingen houden.