DM UPDATE De Belgische kranten en magazines willen een licentiesysteem toepassen om zo gemiste inkomsten, die ze lopen doordat websites artikels van andere media overschrijven, te compenseren. Ze pleiten ook voor een strenger juridisch kader.
— Sam Feys − 12/02/14, 11u27 − Bron: Vlaamse Nieuwsmedia/Belga —
Kranten- en magazineartikels worden volgens de Belgische kranten- en magazineuitgevers al te vaak gekopieerd of herschreven op het internet, zonder dat daar toestemming voor werd gegeven. Naar eigen zeggen verschijnt vandaag dagelijks gemiddeld elf procent van de artikels uit de papieren krant online, zonder dat daarvoor betaald wordt.
“Er is een verschuiving naar parasitisme, of het herschrijven van artikels zonder creatieve inbreng van de herschrijver”, klinkt het letterlijk in een persbericht van de Vlaamse Nieuwsmedia. Die organisatie vertegenwoordigt met onder meer De Persgroep (De Morgen en Het Laatste Nieuws), Corelio (Het Nieuwsblad, De Standaard), Concentra (Gazet van Antwerpen) en Mediafin (De Tijd) zowat alle grote Vlaamse kranten.
Inkomstenverlies
De advertentiederving voor Vlaamse kranten door piraterij, het letterlijk kopiëren van artikels, zou volgens de intiatiefnemers (de Vlaamse Nieuwsmedia, Les Journaux Francophones Belges en The Ppress) jaarlijks tussen de 1 en 10 miljoen euro liggen. Voor het ‘parasitisme’ ligt het geschatte inkomstenverlies tussen 0,2 en 2 miljoen euro.
“Deze gemiste inkomsten zijn belangrijk in het licht van de hoge omzetverliezen en de nieuwe concurrentie van internationale technologiespelers als Google en Facebook”, klinkt het. Volgens de media worden de zoekrobot en sociale netwerksite “belangrijke tussenschakels in de distributie en consumptie van onze lokale mediacontent” en “halen ze een aanzienlijk deel van de Belgische online reclameomzet binnen”.
Sites platleggen
De Belgische media willen dat het licentiesysteem op een goede manier wordt toegepast. “Ongelicenseerd hergebruik van artikels staat de uitbouw van een duurzaam digitaal betaalmodel in de weg”, beweren ze. “De waarde van licenties in het digitale mediaverkeer zijn noodzakelijke bouwstenen voor het digitale uitgeefmodel van morgen.”
Tot slot willen de initiatiefnemers een strenger juridisch kader om sneller te kunnen ingrijpen in geval van misbruik. Zo zouden agenten hergebruik zonder toelating moeten vaststellen en zouden er “snellere, minder dure procedures voor de stopzetting van dit hergebruik” moeten worden ingevoerd. Wanneer de identiteit van de website-eigenaar in kwestie niet bekend is, willen de Belgische uitgevers onder meer de “medewerking van de hostingprovider” vragen, zodat sites die inbreuken begaan offline zouden worden gehaald.
Piraterij beteugelen
“Er bestaat niet zoiets als cheap journalism”, zegt Leo Neels, professor Mediarecht aan de UAntwerpen, die de redenering van de uitgevers volgt. “Feiten checken en dubbelchecken, een evenwichtig verslag uitbrengen, een weerwoord vragen … het zijn allemaal zaken die goede, professionele journalistiek duur maken. Dat moet iedereen – ook de overheid en de burger – beseffen”, vindt hij. “We kunnen er niet omheen dat de lezersmarkt bij ons niet bepaald groeit en dat de advertentiemarkt krimpt. Daarom heb ik alle begrip voor deze noodkreet van de uitgevers voor wettelijke bescherming.”
“Maar nu bestaat die auteursrechtelijke bescherming al, er is een wettelijk kader om piraterij te beteugelen. De moeilijkheid blijft altijd dat iedereen over nieuwsfeiten kan schrijven. Je moet een auteursrechtelijke inbreuk op je eigen journalistiek werk bewijzen, daar is geen alternatief voor. Bovendien is dat wettelijke kader op Europees vlak geharmoniseerd. Daar kan een minister van een lidstaat dus niet veel aan wijzigen. Wat ik dan ook het meest relevant vind aan de vraag van de uitgevers, is de vraag tot versnelling van de wettelijke procedures. Eigenlijk zou een uitspraak binnen de zes maanden na de dagvaarding moeten vallen, en voorzie dan nog eens zes maanden voor een procedure in hoger beroep. Dergelijke termijnen lijken me redelijk”, aldus Neels.
De uitgevers willen met hun klachten ook naar de rechtbank van koophandel trekken, maar dat begrijpt de professor niet. “Auteursrechtelijke inbreuken worden normaal door een rechtbank in eerste aanleg behandeld, die is daar vertrouwd mee.”
Correctie. In een vorige versie van dit artikel was te lezen dat de uitgevers willen samenwerken met hostingproviders om sites die inbreuken begaan onmiddellijk offline te halen. Dat is echter alleen het geval als de identiteit van de website-eigenaar onbekend is. Het licentiesysteem waarvan sprake bestond bovendien al, de uitgevers willen het gewoon beter toegepast zien worden.
Gelezen in DM:
“Moet ik dan vanaf nu ook juridische vervolging vrezen voor mijn gekopieerde lezersbrieven?”