ANTWERPEN – Bart De Wever heeft zichzelf tijdens het ochtendtoilet per ongeluk over dezelfde kam geschoren. Het incident deed zich voor omstreeks 06:32 uur, net nadat de Antwerpse burgemeester zoals elke ochtend zijn handen in onschuld had gewassen.
“Lomp geweest”, zo verklaart de N-VA-voorzitter zijn demarche. “Het is niet fijn om over dezelfde kam geschoren te worden, dus in de toekomst ga ik zeker beter opletten. Voor je ’t weet ga ik mezelf nog tegen de haren in strijken, en daar heeft niemand wat aan.”
Om dergelijke incidenten in de toekomst te vermijden, overweegt de Antwerpse burgemeester nu om een barbier te nemen. “Maar waar vind je tegenwoordig nog een goeie, Vlaamse barbier?”, klaagt de politicus. Een barbier met een migratie-achtergrond ziet De Wever niet zitten. “Zeg nu zelf: zou jij, als vertegenwoordiger van de overheid, iemand van Noord-Afrikaanse afkomst, een Marokkaan dan nog – of erger, een Berber – kortom een lid van een zeer gesloten gemeenschap met een groot wantrouwen jegens de overheid, vertrouwen met een mes op je keel?”
Deksel op de neus
Het hele ochtendritueel verliep trouwens heel woelig voor De Wever. “Eerst een koude douche, dan over dezelfde kam geschoren, vervolgens per ongeluk het bloed van onder mijn nagels gehaald en terwijl ik het huisvuil buitenzette kreeg ik het deksel op de neus. Misschien neem ik toch wat te veel hooi op mijn vork en ben ik dringend aan vakantie toe.”
“Ik moet alert blijven. Een burgemeester moet verenigen, niet verdelen”, besluit De Wever, terwijl hij zijn zijscheiding netjes in de plooi kamt.
Vroeger sloegen we zo’n schrapnel gewoon op zijn bakkes maar dat mag niet meer van de EU.
…en het staat ook niet in het regeerakkoord…
Wij noemen hem ‘de Bèèèr’ omwille van de schapen in zijn achtertuin. Het is onze plaatselijke barbier, van afkomst een echte Berber, en hij verkoopt stiekem achter zijn bar bier. Dit getuigt allemaal van een geslaagde integratie.
Maar nadat hij me laatstleden het mes op de keel had gezet, heb ik hem duidelijk gemaakt dat het me de strot uitkwam en heb, via het bosje achter zijn schapentuin, het hazenpad gekozen. Op mijn vluchtweg heb ik me nog moeten excuseren tegen één van zijn vier echtgenotes omdat ik een kom soep omgelopen had. ‘Het sop is de kool niet waard’, repliceerde zij gevat. Doordat ze het waagde om me zomaar aan te spreken heeft de Bèèèr vervolgens in een woedeuitbarsting zijn eigen ruiten ingegooid.
Jaaaah! ’s Avonds was het nikske…
Tja, dat komt er van als je over een nacht ijs gaat en daarbij je stoute schoenen aan trekt om katjes in het donker te kunnen knijpen zonder eerst het kaf van het koren te scheiden omdat er iemand een mes op je keel heeft gezet zodat je om je moeder gaat roepen. Dat is duidelijk het vel van de beer verkopen vooraleer het kalf verdronken is.
Anders had de ochtendstond gewoon goud in de mond en was het risico om over dezelfde kam te scheren niet groter dan het spreekwoordelijke zoeken naar een speld in een hooiberg.