GENEVE – Belgische rijken moeten een tandje bijsteken. Ze bezitten nog niet eens de helft van het totale vermogen in ons land, zo blijkt uit de Global Wealth Database van Crédit Suisse.
Hoewel de ongelijkheid toeneemt en België dus op de goede weg is, blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank ook dat de inkomensongelijkheid In België nog altijd kleiner is dan in de andere landen van de Eurozone. “Het is een schande”, vindt Albert Frère, wiens persoonlijke vermogen niet groter is dan dat van 2 miljoen landgenoten. “Onze rijken zijn de armste rijken van heel Europa!”
Ook minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) maakt zich grote zorgen. “Eerlijk? Ik ben blij met dit rapport. Het bevestigt de hoeksteen van mijn beleid: dat wij solidair moeten blijven met onze rijken, die het al zo moeilijk hebben. Daarom blijven wij ijveren voor besparingen in de sociale zekerheid, indexsprongen, lagere vennootschapsbelastingen en fiscale gunstregimes voor multinationals. En daarom blijven wij ons ook mordicus verzetten tegen een vermogensbelasting.”
Apenland
Volgens gezaghebbende economen zitten we zelfs al in dat sukkelstraatje. “Globaal gezien hinken we echt achterop”, aldus Geert Noels. “Wereldwijd bezit de rijkste 1 procent meer dan de helft van alle andere aardbewoners samen. In België bezit de rijkste 1 procent slechts 17,9 procent van het totale vermogen. Die andere 99 procent bezit dus 82,1 procent. Ik verzin dit niet: onze armen zijn rijker dan de rijken! Daar zit dus nog heel wat marge op.”
“Het is veelzeggend dat wij wat inkomensongelijkheid betreft eindigen na derdewereldlanden als Congo, Turkmenistan en Haïti”, beaamt Albert Frère. “Nee, rijk zijn is écht geen pretje in dit apenland.”
Dat hebben ze zelf verdiend hoor, met hard werken.
De armste vijftig procent van de wereld heeft evenveel als de acht rijkste mensen.
‘Vijftig procent’ is enkelvoud. Het is dus maar één persoon.
Maar als je zoveel geld hebt dat je het niet opkrijgt? Ik zou er een trauma door oplopen. Als ik het niet intijds opgedaan krijg.