Europees Parlement wil verbod op benamingen als ‘paddenstoel’ en ‘bloembed’ voor niet-meubels

BRUSSEL – Niet-meubels mogen van het Europees Parlement in de toekomst geen ‘kruk’, ‘bed’ of ‘zetel’ meer genoemd worden. Ook ‘kastanje’ en ‘rechtbank’ zijn uit den boze. De termen zouden de Europese consument misleiden, klinkt het.

– van onze Europa-correspondent Terry Verbanck –

Het verbod op meubelnamen voor niet-meubels werd gisteren met ruime meerderheid aangenomen door de Commissie Binnenhuisdecoratie van het Europees Parlement. Het vormde onderdeel van een serie amendementen op het nieuwe EU-binnenhuisdecoratiebeleid.

Niet alleen meubilair, maar ook andere binnenhuisdecoratie valt eronder. ‘Kaderleden’, ‘klanktapijt’ en ‘bloedspiegel’ kunnen straks dus ook niet meer, als het aan Brussel ligt. Aan die beslissing ging een heel debat vooraf, zegt europarlementariër Jozef Temmerman. “Een meerderheid van de parlementsleden wil klaarheid scheppen. We hebben ons niet laten beïnvloeden door de meubellobby. Laten we andere benamingen zoeken voor niet-meubelen en het woord stoel voor een echte stoel behouden. Dat maakt het alleen maar makkelijker voor de consument. Ze moeten een eerlijke benaming krijgen voor wat ze in huis halen.”

Er ontstond meteen ook enige tegenkanting tegen het voorstel, zoals van BV Koen Crucke, die naar eigen zeggen bijna van zijn stoel viel toen hij het voorstel, dat hij barslecht en allerminst schappelijk noemde, hoorde.”

Eerder deze week kon ook een gelijkaardige beslissing omtrent de benamingen van vegetarische producten op veel kritiek rekenen, zowel van gewone burgers (vanaf nu ‘inwoners’) als van menig hansworst binnen het Europees Parlement zelf.